home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend prikbord

home

Chili 2/3

vorige / volgende

   
 

Condors boven de Cuernos

De hoge steile rotsen worden steeds meer bedekt onder een laagje sneeuw. Als de mist-slierten en sneeuwbuien even wegtrekken zijn de Cuernos, de horens, zo nu en dan zichtbaar. Hoog daarboven steken de condors scherp af tegen het wit. Het zijn er veel, wel een stuk of tien. Deze machtige vogels van de Andes draaien elegante rondjes rond de Cuernos. Af en toe duikt er één naar beneden, maar nooit echt helemaal het dal in.

Over het algemeen hebben we de elementen mee, maar de eerste paar dagen in het Parque National Torres del Paine vormen daar een koude uitzondering op. Terecht zeggen ze hier dat je in Patagonië in één dag vier seizoenen kunt meemaken!

Instant-lekkers

In Puerto Natales bereiden we onze trekking in Torres del Paine voor. We komen al vast in de stemming met al die besneeuwde pieken om ons heen. De supermarkten zijn niet groot, maar wel gewend aan trekkers; gedroogd fruit, chocolade, pasta met saus en nog veel meer instant-lekkers. Het is stralend weer, dus we zien het helemaal zitten. Met een bus gaan we naar het park. Bij de ingang hebben we meteen een vol uitzicht op stijl omhoog piekende kale rotsen, de 'torres' waar het Parque National Torres del Paine z'n naam vandaan heeft. In het park zijn nog veel meer rotsformaties (waaronder de Cuernos), graslanden, verborgen gletsjers en meren. Binnen het park rijden we deels om de bergmassa heen. Grote groepen guanaco's bevolken de graslanden waar we doorheen rijden. Als we bij het Lago Pehoe staan te wachten op de ferry die ons naar het begin van onze trekking gaat brengen, komen er opeens wolken over ons heen en begint het te regenen. Voorlopig zal het niet meer droog worden ook!

Noodweer
Aan de andere kant van het meer staat een lange rij druipende mensen te wachten om het park uit te gaan. De modder zit tot boven hun knieën en geen draad aan hun lijf is meer droog. Geen opbeurend gezicht. Voorzichtig stappen we met onze droge bergschoenen over het modderpad richting de camping. We schuilen in het toilethokje, het regent en waait zo hard dat we onze tent niet kunnen opzetten. Telkens als het iets minder regent, speurt Johan rond naar een goede plek voor de tent. De regen heeft van de camping één groot rivierdal gemaakt. Als de tent eenmaal staat, gaat Johan koken onder het afdakje bij de toiletten. We slapen een onrustige nacht, de stortregen op de tent, vier snurkende Chilenen in een iglo naast ons en loslopende paarden die zowat in onze tent grazen. Als we 's ochtends wakker worden zien we pas waar we onze tent hebben neergezet; als we de voorkant openritsen kijken we uit over het felblauwe Lago Pehoe met bergen in de achtergrond. Direct achter ons rijst de besneeuwde Grand Paine hoog in de lucht.

Nevenpaadjes
Als dagtocht lopen we naar de Gray gletsjer. Ik geef nog al af op mensen die er telkens een paadje bij maken om modderpoelen te ontwijken. Hierdoor erodeert het pad in een nog grotere modderpoel. Als later die dag blijkt dat mijn bergschoenen lekken ben ik toch wel blij met al die nevenpaadjes en maak er dankbaar gebruik van. Een bijzonder moment als na een paar uur lopen plotseling de gletsjer in zicht komt, een enorme ijsmassa. In het gletsjermeer liggen grote ijsbergen die langzaam langs ons heen drijven. Helaas is een dag mooi weer wel weer voldoende. 's Avonds begint het te regenen en te stormen. Sommige windvlagen zijn zo hard dat onze tent helemaal dubbel klapt. De volgende ochtend is het niets beter. Zo af en toe veranderd de regen in hagel of zelfs natte sneeuw. Hoewel we wel mensen voorbij zien strompelen, geheel gehuld in goretexjassen, handschoenen en nylon loopbroeken, besluiten wij de dag loopvrij in de tent voorbij te laten gaan. Het enige lopen dat ik doe is in mijn thermisch ondergoed op en neer naar de plee rennen.

Lawine
De volgende ochtend worden we beloond met stralend weer en we zorgen dat we om acht uur op pad zijn. Een prachtig uitzicht over de Cuernos aan de ene kant en de Grand Paine aan de andere kant. De route is heuvelachtig en heel open. Behalve de bergen zien we ook voortdurend allerlei bergmeren. Via een hangbrug over een wild stromende gletsjer-rivier komen we bij camping Italiano. Deze camping is gratis, maar er zijn dan ook geen voorzieningen. Als Johan thee gaat zetten, moet hij water uit de ijskoude rivier scheppen. De Frances gletsjer ligt precies tegenover ons en met een enorm lawaai komt daar opeens een lawine naar beneden, wat een oergeweld. Blij dat er nog een rivier tussen ligt. Helemaal verkleumd van de afwas in het gletsjerwater, drinken we warme chocolademelk om weer warm te worden. We koken zelfs een pan met water waarmee we onze drinkfles vullen, die op deze manier dient als kruik. De thermische lange onderbroeken, fleecemutsen en de mummie-slaapzakken zijn niet voldoende.

Windconstructie
De volgende dag is het weer kloteweer, in plaats van de Frances vallei in te gaan, lopen we naar de volgende kampeerplaats. Harde windvlagen, af en toe wat hagel en schoenen die vollopen met modder; langleve de trekkings. Onze kaart geeft een tocht van slechts een uur aan, maar wij lopen zeker drie uur te ploeteren. Inmiddels is de wind zeer heftig. Tijdens het opzetten van de tent dreigen bijna een paar onderdelen verloren te gaan. Op alle haringen leggen we rotsblokken en Johan maakt zelfs een windconstructie met een picknicktafel. Geen ideale kampeerplek, maar in de trekkershut staat een enorme potkachel die nog brandt ook. Denk toch dat we hier blijven. Bij een tentcheck blijkt een deel van de haringen los te zijn en de hele picknicktafel-constructie te zijn omgewaaid. Dit belooft een fijn nachtje te worden. Gelukkig liggen we de volgende ochtend nog steeds in een tent die overeind staat.

Potkachel
Het wordt een dagje voor de potkachel en hoewel we niet de enigen zijn die schuilen voor het verschrikkelijke weer, komen er toch ook doorweekte mensen binnenzetten. Wij plakken onze schoenen, drinken vooral veel chocolademelk en krijgen allemaal lekkere dingetjes toegestopt van de kok. Tussen de sneeuw- en regenbuien door zien we af en toe de Cuernos te voorschijn komen. Er zitten hier veel condors, de hele dag cirkelen ze om de pieken. Soms wel een stuk of tien tegelijkertijd. Helaas blijven ze hoog. Pas als we de volgende ochtend verder lopen, zien we een condor van redelijk dichtbij. Het is stralend weer en als we het plateau beklommen hebben, komt er een condor oversuizen. Nu zie ik pas hoe enorm ze zijn en dat de vleugels op rafelige uiteinden lijken. We lopen zo lekker vandaag dat we besluiten niet het transferbusje van de camping te nemen, maar helemaal door te lopen naar de bushalte bij de ingang van het park. Jammer dat we niet één of twee dagen meer de tijd hebben want nu hebben we de Torres rotsen wel voor ons zien liggen, maar we hadden daar toch ook wel graag naartoe gewild.

Navimag
We hebben een boottocht geboekt met de Navimag dus we moeten wel terug naar Puerto Natales. Per ferryboot drie dagen door de fjorden van Zuid Chili naar midden Chili. Er is geen weg die het zuiden van Chili verbind met de noordelijker gelegen delen. Je kunt alleen per boot of vliegtuig of je moet helemaal omrijden via de kust van Argentinië. We kiezen voor de boot, want dan zien we meteen de fjorden en gletsjers vanaf het water; als het goed weer is tenminste... Daar zit ook meteen het knelpunt, doordat het heel vaak slecht weer is, heeft de boot bijna altijd vertraging. Sommige doorgangen in de fjorden zijn zo smal, dat ze die alleen overdag en met goed weer kunnen doen. Op de geplande dag van vertrek horen we zoveel geruchten dat de boot er nog niet is, dat we voordat we uitchecken toch maar even langs de Navimag lopen. Maar goed ook, want die dag komt de boot niet. "Maar morgenochtend is hij er zeker". Dat 'morgenochtend zeker' horen we nog twee dagen. Als we op een ochtend onze boot, de Magelanus, in de haven van Puerto Natales zien liggen duurt het nog een hele dag voordat we erop mogen. Uiteindelijk hadden we makkelijk twee dagen langer in Torres del Paine kunnen blijven, want de boot heeft bijna vier dagen vertraging.

Friesland
De Magelanus is de nieuwste boot van de Navimagvloot. Het is de eerste vaart dus de gouverneur komt kijken en er zijn allemaal mensen met videocamera's aan boord. Nadere inspectie van de reddingsboeien leert dat de Magelanus niet helemaal nieuw is, het is de Friesland! Als de persmensen van boord zijn varen we haastig uit. Een half uur later liggen we alweer voor anker, het blijkt dat het al te donker is voor de eerst nauwe passage. Als het avondeten geserveerd wordt, blijkt duidelijk dat het de eerste vaart is met passagiers. De organisatie verloopt nog niet helemaal soepel. Er zijn te weinig tafels in de eetzaal en er is klokslag etenstijd een run op het buffet. Niet van alle gerechten is er genoeg, dus je moet niet aan het einde van de rij staan. Op het buffet staat naast de peper en zout een fles met Remia curriesaus. Die is bij de verkoop van het schip vast in het restaurant bijven staan.

Geloei op zee
De tocht door de fjorden is geweldig. We hebben enorme mazzel met het weer, weinig wind, strakblauwe lucht en een stralende zon. Bovendien hebben we een leuke club mensen waar we de hele tocht mee optrekken. Heerlijk op het dek een boekje lezen, met telkens een prachtig uitzicht aan beide kanten. We zien walvissen, albatrossen, gletsjers en besneeuwde bergen. Zelfs de beruchte golf van Peña, waar normaal niemand zonder kotsen doorheen komt, is zo kalm als een plas water. Beetje jammer dat ze ook veel wagens met vee in de ferry hebben geladen; de schapen, koeien en paarden brengen een fikse mestlucht voort, die op den duur ook in de slaapvertrekken hangt. Heel surreëel om midden op zee het geloei van koeien te horen.

De vulkaan op
Bij een ondergaande zon staan we al borrelend aan dek als we de haven van Puerto Montt binnenlopen. Het einde van een heerlijke tocht. Hoewel we vanuit Puerto Montt vrij snel doorreizen naar Pucon, blijven we overal mensen tegenkomen van de boot. Zoals de reisgids al had voorspeld, op het einde "ben je een grote familie". In Pucon wacht de volgende activiteit; het beklimmen van de actieve vulkaan de Villarica. Johan meldt zich aan voor een beklimming onder begeleiding, want op de kegelvormige vulkaan ligt sneeuw en je hebt daarom een hele uitrusting nodig. Op de dag van de beklimming is het stalend weer, de top van de vulkaan is de hele dag vrij van wolken. De klim omhoog duurt toch zeker zo'n vijf uur. Het begint met vulkaangrind, drie stappen omhoog en je glijdt er één naar beneden. De zon schijnt fel en het zwarte grind warmt genadeloos op. Na vijf minuten lopen, trekt iedereen puffend zijn sneeuwkleding uit. Na een uur klimmen bereiken we de sneeuwgrens. Door de zon is de sneeuw redelijk zacht geworden, waardoor de meegebrachte stijgijzers niet nodig zijn. Over het ijs moet er netjes in lijn gelopen worden want er glijdt regelmatig iemand een stukje naar beneden. Het beste kan je in het spoor van je voorgangers proberen te blijven, omdat je dan zeker weet dat het ijs houdt. Maar omdat de passen erg klein zijn schiet dat niet zo op.

Kokende lava
Het allerbovenste randje van de vulkaankegel, vlak voor de kraterrand, is door de hitte van de lava weer vrij van sneeuw. Na een halfuur klauteren over de lavabrokken staan we op de kraterrand. Uit de krater komen hete dampen die naar zwavel ruiken. Doordat er een windje staat hoeven we de meegebrachte gasmaskers niet op te zetten. Het is mogelijk om rond de krater te lopen; het steen van de kraterwand heeft allerlei kleuren en op verschillende plekken komt er stoom uit de grond. Als je in de krater wilt kijken moet iemand je vasthouden. Door de giftige zwaveldampen kun je niet te lang naar beneden kijken, maar het is wel fantastisch om daar beneden de oranjerode kolkende lava te zien. Bijna beangstigend, het idee dat deze kolkende massa gemiddeld eens per tien jaar omhoog komt en de hele omgeving verwoest.

IJspret
De terugtocht gaat veel sneller en is ook het gevaarlijkste onderdeel. Bij de sneeuwgrens trekken we alle uitrusting weer aan, plastic zak onder de kont en glijden maar. De snelheid van plastic op ijs is enorm. In de korte instructie boven op de vulkaan is snel uitgelegd hoe je je ijsbijl moet hanteren. Met een zwaaiende, draaiende beweging rol je op je zij en hak je de bijl in de sneeuw naast je om je snelheid af te remmen. De vele ravijnen en rotsblokken laten weinig marge over voor de beginner. Doordat de zon de hele dag schijnt komen er grote brokken lava los uit de sneeuwlaag. Deze komen met een nog grotere snelheid van de berghelling gerold en met een route die geheel onvoorspelbaar is. Als ongeleide bowling ballen komen ze op onze groep af. De gidsen schreeuwen luid "rocca" en iedereen duikt in paniek een andere kant op. Gelukkig wordt er niemand geraakt, maar dat scheelde niet veel.

Tijdens de afdaling komt een condor poolshoogte nemen. Voor het eerst is deze gigantische roofvogel zo dichtbij dat je zijn enorme klauwen, kop en snavel kunt zien. Heel indrukwekkend. Blij dat ik op dit moment geen onschuldig konijntje ben!

top

home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend