home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend prikbord

home

India 1/7

volgende

   
 

(29/11/99)

Beroving op de Dehli-express

Mijn hart klopt, ik spring op. Ik geloof het niet maar onze beide rugzakjes zijn weg. Daar op de bovenste sleeper, waar ze net nog lagen. De sleeper is helemaal leeg. Mijn hoofd tolt en Johan sprint naar buiten. Verbaasd kijk ik nog rond of ze toch niet opeens op een ander bed liggen. Het enige dat ik jammerend kan uitbrengen is 'al mijn foto's, al mijn foto's zijn weg'. Iedereen kijkt naar me, maar het kan me niets schelen.

Dit was niet bepaald de afsluiting van ons eerste weekje India die we in gedachte hadden. India was zo leuk begonnen en het viel allemaal zo mee.

De Gouden Tempel
Armritsar is de eerste stad in India als je vanuit Pakistan de grens overgaat. Wat onmiddelijk opvalt is dat bijna alle mannen een grote tulband dragen. Amritsar is het religieuze centrum van de Sikh. Een van hun vijf uiterlijke kenmerken is de tulband. Het geeft meteen een hele andere en oosterse sfeer aan dit stukje India. De belangrijkste tempel is de Gouden Tempel in het oude hart van Amritsar. Een wirwar van steegjes, houten huisjes en stoffen-bazaars, leidt naar het tempelcomplex. Het is opvallend druk, allemaal optochten en kleurrijke processies, muziek en bloemen. Zou het hier altijd zo zijn? Bij de poort doen we onze schoenen uit en bedekken we ons hoofd. Eenmaal binnen worden we overvallen door de drukte en de vrolijkheid.

De Gouden Tempel wordt omgeven door een complex van witte gebouwen, zodat je het gevoel hebt dat het een stad binnen een stad is. Je zou zeggen dat het toch een gewone maandag is. Maar niet voor de Sikh. Het is een religieuze feestdag, die maar eens in de zeven jaar plaatsvindt. In de Gouden Tempel wordt muziek gemaakt, lezen mensen hun gebedenboekjes en worden zoetigheden geofferd op bloembladeren. Al het koperwerk wordt opgepoetst en mannen baden in de tempelvijver. Wij dwalen daar uren doorheen en niemand die het raar vindt. Het is een machtig schouwspel. Het is hier geweest waar in 1984 Ghandi met veel geweld een opstand heeft laten neerslaan. Later heeft zij dit met de dood moeten bekopen, zij is vermoord door een van haar Sikh lijfwachten.

Haastige spoed
In het speciale 'emergency-rijtijg' gaan we per trein van Amritsar naar Dehli. Het ziet er vrij goed uit in de trein, daar hadden we graag een paar roepies extra voor over. Door alle verhalen van andere reizigers, stellen we ons extra hard en stoer op. Het gaat dan ook allemaal vrij gesmeerd in Dehli. We hebben een prima hotelletje, sluiten goede deals met de gemotoriseerde rikshawmannen en bezoeken het Rode Fort en de Jama Masjid, de grootste moskee van Dehli. Eén van de minaretten kun je beklimmen. In het pikdonker draaien we via een slijle wenteltrap omhoog. Daar wacht ons een geweldig uitzicht over Dehli. In de smok gehuld, maar toch kun je zien hoe enorm groot de stad is. Bijna direct voor ons ligt het Rode Fort.

Onze dringende behoefte aan westers eten, bevredigen we bij de Wimpies op Connaught place.Voordat we Dehli verlaten, proberen we zoveel mogelijk dingen te regelen. Vliegtickets ophalen, extra geld pinnen, brieven posten en foto's laten ontwikkelen. We hebben een hele goede fotozaak gevonden. Voor het ontwikkelen hebben ze echter wel veel meer tijd nodig dan afgesproken. Dan is het alweer tijd om door te reizen richting Nepal, maar Dehli is ons zo goed bevallen, hier komen we zeker terug. Bij het speciale ticket office voor buitenlanders hebben we een treinkaartje bemachtigd voor de trein naar Gorakhpur. Het is een andere trein dan die we in gedachten hadden, maar volgens de meneer achter de balie is deze sneller en veiliger. Dat vinden we wel belangrijk, want treinen in India zijn berucht om hun vele diefstallen. Omdat de foto's te laat klaar waren, zijn we met haastige spoed vertrokken. We hebben niet eens alle foto's kunnen bekijken. Maar er zitten hele mooie tussen. Snel pakken we een tweede rugzakje in, met de zojuist ontwikkelde foto's en wat eten. Dat wordt genieten in de trein.

Bagagegevecht
Op het station in Dehli is het een grote chaos. Geirriteerd proberen we alle 'helpende' mannetjes van ons af te schudden. Johan en ik zijn het niet helemaal eens over de aanpak, dus ook onderling zijn we een beetje aan het bekvechten. Als we de trein gevonden hebben, worstelen we ons naar binnen. Aangezien de treinen hier altijd helemaal uitpuilen, is het zaak om zo snel mogelijk je bagage te installeren. We staan half in het gangpad en iedereen beukt tegen ons aan. We leggen de kleine rugzajs op de bovenste sleeper en ik houd er een oogje op. Johan probeert de grote rugzakken onder de onderste sleeper te krijgen. Een paar Indiers proberen hun bagage ertussen te proppen. 'Mooi niet', denk ik, en fel help ik Johan met het aanduwen van de rugzakken. Als ik overeind kom en naar de bovenste sleeper kijk, ziet die er verdacht kaal uit. Meteen begint mijn hart te bonken. Als ik opspring zie ik maar één ding: een lege sleeper. Johan rent meteen de trein uit. Ik blijf verdwaasd bij de grote rugzakken. Door mijn gejammer ontstaat er natuuurlijk meteen een opstootje. Zowel in de trein als buiten op het perron.

Om de zoveel minuten verschijnt het bezweette hoofd van Johan voor het getraliede treinraam. 'zijn de rugzakken er nog', 'al iets gezien?'. Er blijkt ook een Franse jongen in ons compartimentje te zitten. Naar aanleiding van de hele toestand zit hij ongeveer bovenop zijn rugzak. Hij probeert ons met raad en daad bij te staan. Johan heeft niets kunnen vinden en opeens spreken er ook weinig stationsofficials Engels. Het besef wat er allemaal in de rugzakjes zit, dringt zo langzamerhand tot ons door en ik begin te janken. Alle foto's van de afgelopen twee maanden met de negatieven en mijn dagboekje vanaf het begin van onze reis. Dat zijn voor ons de meest waardevolle dingen die onvervangbaar zijn. En voor een dief van geen enkele waarde.

Plaatsbewijs AUB
Als de trein bijna vertrekt, komt Johan naar binnen. Onze treintickets zitten ook in de gestolen bagage en we twijfelen of we er uit moeten gaan of niet. Misschien is dat beter, dan kunnen we morgen nog in en rond het station zoeken. Wellicht laten ze voor hun waardeloze zaken wel ergens achter. 'Please think with me' vraagt Johan de fransman. 'I cannot think anymore'. Hoewel we neigen naar uitstappen, zeggen zowel de Fransman als de Indiers om ons heen dat we beter kunnen blijven zitten. We moeten het maar opgeven, we vinden toch niets meer terug, zegt men. Johan schreewt nog een keer in het rond dat hij een beloning uitlooft voor degene die de foto's en dergelijke terugbrengen. Een fout die we normaal nooit maken; foto's en negatieven in één tas. Onze haastige spoed wordt meteen afgestrafd. En juist die foto's vind ik het ergste. Iedereen knikt medelevend.

Er wordt druk gepraat en gereconstrueert. Maar wij krijgen onze spullen er niet mee terug. Als de trein inmiddels rijdt gaat Johan met een speciale treinpolitieman een aantal rijtuigen af, maar vindt natuurlijk niets. Ondertussen zit ik wat te snikken en probeert de Fransman mij wat op te beuren en af te leiden. Hij heet Jerome en reist net als ons richting Katmandu. Als Johan en de politieman terugkomen, moet er een rapport worden opgemaakt. Er worden ergens wat velletjes papier vandaan gehaald. De politieman spreekt gebrekkig Engels en de omstanders hebben allemaal zo hun eigen vertaling. Het rapport schiet niet zo op. Ondertussen komt de kaartjescontroleur voor de tweede keer langs. Wij hebben geen treinkaarstjes meer en bij de eerste controle hebben de omstanders hem uitgelegd wat er aan de hand is en is hij doorgelopen. Nu gaat hij zitten en trekt een gewichtig gezicht. Het is een groot probleem, want hij moet nu echt de treinkaartjes zien. Het zijn gereserveerde plaatsen en we wijzen onze namen aan op de lijst die hij bij zich heeft. Maar de controleur houdt vol, zonder kaartje hebben wij geen recht op deze plaatsen. We moeten hier weg en beter nog, helemaal uit de trein weg. Ongeloof, aperte ongeloof maakt zich van mij meester. Ik kijk Johan aan, mijn ogen puilen uit mijn hoofd, dat kan toch niet. Hulpzoekend kijk ik naar onze politieman, maar die wil er niet in gemengd worden en kijkt een andere kant op. Ik begin weer eens te huilen. Dat lijkt een gunstig effect te hebben en de stemming wordt wat milder. Dan moeten we maar opnieuw betalen, besluit de controleur. Hoe stuk we ook zijn, dat laten we niet gebeuren. We veinzen dat ook ons geld gestolen is. Iedereen bemoeit zich ermee, ze vragen zich af hoe we het dan nu gaan overleven. We redden ons eruit en uiteindelijk gaan de controleur en de hoofdcontroleur akkoord. We mogen blijven

Een lichtpuntje
De poging een rapport te maken gaat weer verder. De lijst van gestolen artikelen wordt als maar langer; camera's, lensen, zonnebrillen, mijn bril, contactlezen en veel handig dingen zoals adreslijst, zakmes, zaklamp, schaartje etc. De politieman vindt het te lang duren en verdwijnt. Maar ik denk aan mijn verzekering en wil echt alles opschrijven. Dan volgt er een statement van ons en iedereen dicteert wat anders, maar er komt wat op papier en de politieman lijkt opgelucht. Dan opeens dient zich een nieuwe persoon aan in de kring van omstanders. Hij heeft gehoord dat wij rugzakken kwijt zijn en in zijn rijtuig acht wagons verderop, daar staat wel een rugzakje. Meteen slaat mijn hart een tel over, het zal toch niet waar zijn. Johan springt op om te gaan kijken en een fractie trager springt ook de politieman op om met hem mee te gaan.

Het is inmiddels bijna middernacht en overal slapen mensen. Alleen in onze wagon is de verlichting nog aan en wordt er druk gepraat. Een enorm blij gevoel probeer ik te onderdrukken met de verstandige redenering dat het wel zal zijn. Het duurt heel erg lang en het blije gevoel maakt plaats voor paniek. Misschien was het een valstrik en willen de dieven wel meer geld. Misschien wordt Johan straks wel ergens uit de trein gegooid. Jerome is het met me eens dat het wel heel erg lang duurt. We stellen een tijdslimiet en als Johan dan nog niet terug is, gaat hij voor me zoeken. Een tijdje later breekt dat moment aan. Dan is ook Jerome weg. Het lijkt weer een eeuwigheid te duren en dan komt hij gelukkig terug, maar zonder Johan. Hij kijkt blij, er is iets teruggevonden. Ik geloof het niet, ik begin spontaan te zweten, lachen en huilen tegelijkertijd. weer afwachten, want Jerome weet ook niet precies hoe het zit. Loos alarm Johan komt helemaal hyper terug met twee rukzakjes. Hij vertelt dat het in eerste instantie loos alarm was. Het betreffende rugzakje was er wel een van ons, maar helemaal leeg. De politieman had meewarig geknikt en tegen Johan gezegd dat het nu echt een bekeken zaak was. Maar die vond het juist tijd voor een tweede volledige treininspectie. Dit rugzakje was juist de reden om te veronderstellen dat de dader en wellicht nog meer spullen van ons in de trein zouden zijn. Eigenlijk wilde de politieman niet, maar Johan maakt veel stennis en uiteindelijk gaat hij akkoord. Het lastige is dat iedereen slaapt en alles donker is. Bovendien liggen de vloeren van alle rijtuigen bezaaid met slapende lijven. Overal liggen mensen in de gangpaden, in de wc's, in de bagage rekken. Het is bijna niet mogelijk om rond te lopen zonder voortdurend op mensen te trappen. Johan ziet in dat het onbegonnen werk is en besluit terug te gaan met één lege rugzak.

Op de weg terug valt zijn blik puur toevallig op een man op een bovenste sleeper. Hij gebruikt een blauw rugzakje als kussen. Ongelooflijk dat Johan dit toevallig ziet, maar het is inderdaad ons rugzakje! En dat niet alleen. Bij nadere inspectie blijkt het bed van de man bezaaid te zijn met allerlei spullen. Onze spullen! Hij weet natuurlijk van niets. Maar Johan is blij, de foto's met negatieven liggen er, het dagboekje, de bankpas, de medische set en nog veel meer. Zoals te verwachten zijn alle dure spullen weg, maar de financiele strop weegt niet op tegen de vreugde van de herwonnen foto's.

Pech en geluk
Alsof hij het heeft geroken, want binnen één minuut staat de kaartjescontroleur weer voor onze neus. Gelukkig zit ons treinkaartje ongeschonden in onze teruggevonden portemonaie. Dat probleem is in elk geval opgelost. Maar dat rapport, dat moet er nog steeds komen. Wat ons betreft omdat er nog steeds veel dingen weg zijn en voor de politieman om zijn opsporingsprestaties aan zijn superieuren te laten zien. Hij probeert ons eerst halverwege de treinreis uit de trein te krijgen, om persoonlijk aangifte te doen bij zijn kantoor. Het kost de nodige moeite om hem niet te beledigen, niet uit de trein te hoeven en wel een rapport te krijgen. Het lukt uiteindelijk als we een voor hem lovend rapport schrijven. Zelf heben we hier niets aan merken we achteraf, dus morgen moeten we bij aankomst in Gorakhpur alsnog naar de politie voor een aangifte.

Inmiddels is het zo'n twee uur 's nachts als we kunnen gaan slapen. Nou ja, slapen, als je daar boven op je rugzak ligt en alles de revue laat passeren dan is het niet makkelijk om in slaap te komen. Zeker omdat we dachten dat de dieven het sleutelbosje in hun bezit hadden en daarmee onze bveiligingsmaatregelen konden doorbreken. Ook realiseren we ons dan pas hoeveel pech en hoeveel geluk we hebben gehad. Als longterm-travellers hebben we een paar fatale fouten gemaakt, die we normaal niet maken: twee camera's in één tas, foto's en negatieven in één tas, bagage op het bovenste bed leggen, op het drukste moment in de trein stappen etc. etc. We doen beide geen oog dicht de rest van de reis.

De inspector van perron 1
Enigszins leeg en moe stappen we de volgende ochtend uit in Gorakhpur, alwaar we ons bij de spoorwegpolitie vervoegen. De spoorwegpolitie zeteld aan een houten bureau ergens achteraan op perron 1. We nemen plaats en hebben ons gelukkig voorbereid om een langdurig proces. Dat wordt het ook. De 'inspector' of degene die daarvoor wil doorgaan, kauwt op zijn betelnotentabak. In zijn mondhoeken zitten rode kringen. Af en toe vist hij wat stukjes uit zijn mond, knoeit wat op de papieren voor hem en veegt wat rode vlekken weg. Hij doet heel belangrijk, blaft de andere politiemannen af, laat mensen voor hem de hoorn opnemen en dicteert mij ondertussen de tekst van het statement. Het gaat net als bij onze politieman van gisteravond; hij schrijft niet op wat ik vertel, maar dat ik moet opschrijven wat hij dicteert.

Subtiel probeer ik zijn gebrekkige Engels iets te corrigeren, maar als hij het idee heeft dat er iets anders staat dan hij dicteert, gritst hij het papiertje weg. Hij leest en herleest hij het en elke aanpassing leidt tot het afscheuren van een nieuw papiertje: overnieuw. En maar proberen rustig te blijven. Hij doet heel druk, maar spendeert uren aan het vouwen en afscheuren van papiertjes waarop hij voor iedereen boodschappen schrijft. Een paar uur later nemen wij ons 'uitgewerkte' statement en poltitierapport aan. De voorkant in handgeschreven Hindi, daar kunnen we helemaal niets van maken en met carbon op de achterkant het statement, bijna onleesbaar gevolgd door de lijst met missing items. Van een opsomming en witregelens hebben ze nog nooit gehoord. Wij willen die dag nog graag met de bus naar de grens en proberen weg te komen. Maar eerst moet er nog een kopje ranzige melkthee worden gedronken met de inspecteur. Het staat natuurlijk best interessant om een paar buitenlanders aan je bureau te hebben zitten!

top

home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend