home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend prikbord

home

Laos 5/5

vorige

   
 

Mega reistraject richting China

In twee dagen hebben we, zeker voor Laosbegrippen, een megatraject afgelegd. Van Phonsavan via Nam Noeng naar Nong Khiaw. Vervolgens van Nong Khiaw, via PakBeng en Udomxai naar Boten. Ondanks dat een grootdeel van deze route loopt via Higway nr 1, maken de gaten de landslides en de rammelende pickups de tocht niet zo prettig.

Om verschillende redenen hebben we voor het vliegtuig gekozen om naar Phonsavan te gaan. De kortste weg is niet toegankelijk, vanwege sporadische guerilla-acties. Het alternatief is heel ver om en neemt door de slechte wegen 2 tot 3 dagen in beslag. Aangezien we uiteindelijk verder naar het noorden van Laos gaan, besluiten we om naar Phonsavan te vliegen en vanuit daar over land verder te reizen. Het gezelschap van 'the Plain of Jars' (verhaal Laos 4) was wel per bus aangekomen in Phonsavan en hadden en masse besloten om terug te vliegen. Zij raadden ons ten zeerste af om het over land te doen, aangezien het wel eens 2 tot 3 zware dagen kon duren om in Nong khiaw te komen.

Stinkende remmen
Heel eigenwijs en vol zelfvertrouwen, melden we ons de volgende dag om 7 uur bij het busstation. Het blijkt dat we niet in een echte bus, maar in een pickup met harde bankjes terechtkomen. Ik krijg een koningszetel in de cabine, naast de chauffeur. Johan zit achterin de pickup met Laotianen en vracht op zijn schoot. Er blijken toch makelijk 19 mensen met bagage te passen in een pickup. Het eerste deel van de tocht duurt ongeveer 6 uur. De weg is abominabel, meer gat dan weg! Halverwege moet ik mijn geweldige zitplaats afstaan aan een Lao-vrouw. Alsof ze op de achterbank van de cabine echt doodziek en kotsmisselijk was geworden. Dus ik naar de achterbank en het 'Lao mutsje' voorin. Na nog geen 5 minuten had ze nergens meer last van, kippepoten, rijst en ander vettig eten wordt door haar gretig genutigt. Nu zit ik in de cabine nog altijd beter dan Johan achterop in de open pickup. Die moet zelfs meehelpen duwen als de pickup vast komt te zitten in een van de vele landslides. Het enige dat ik zelf wat minder comfortabel vind aan deze reis, zijn de stinkende remmen. Af en toe wordt er wat water uit een plas over de wielen gegooid, zodat de stoom eraf komt.

Eenmaal in Nam Noeng blijkt er geen bus meer te gaan. Even lijkt het erop dat we in dit miezerige houten dorpje zullen stranden. Opeens duikt er echter een andere pickup op, die nog helemaal naar Udomxai gaat. Het zijn twee wat rijkere mannen, waarschijnlijk zakenlui. Voor een ruim bedrag mogen wij en nog drie andere Laotianen meerijden. We vouwen ons nog eens 7 uur op de achterbank van de cabine. Gelukkig is deze pickup van een wat betere kwaliteit. De highway nummer 1 kent zeer slechte stukken, met gaten zo groot dat er hele waterbuffels in verdwijnen en landslides en bomen die de weg versperren. De laatste 2 uur rijden we in het donker. We vragen ons wel een paar keer af of dit wel zo verstandig is?

Kop of Munt
We rijden al uren door berggebieden zonder electra en dus zonder licht. Uiteindelijk zien we een paar lichtjes. Dat moet Nong khiaw zijn, want daar schijnen enkele generators te zijn. Hier komen we weer een hele ploeg 'bekenden' uit Luang Prabang tegen. Het feit dat we deze tocht hebben gemaakt in 1 dag, oogst bewondering alom. Helaas blijkt het als schattig omschreven Nong khiaw wat tegen te vallen. We twijfelen erover of we dan niet beter wat sneller door kunnen gaan, zodat we wat meer tijd hebben in China. Het idee om weer een dag te pickuppen, spreekt ons duidelijk wat minder aan. We zetten de wekker om half 7 en dan gooien we een muntje op om te beslissen of we door gaan of niet; munt! We gaan dus!

Samen met een stel Israeli springen we om 7 uur, zonder ontbijt, in de pickup naar Pak Beng. Nu begrijp ik wat Johan gisteren heeft doorstaan achter in de pickup. Het is vrij koud in de open achterbak en alle hobbels zijn tien keer zo erg. Je moet je goed vasthouden om er niet aan de andere kant uitgeslingert te worden. Nog voor Bak Beng stopt de pickup. Eerst betalen. Dan blijkt dat we hier al worden opgewacht door een andere pickup. Deze zal ons voor een extra 10.000 kip wel naar Udomxai brengen; vriendjespolitiek! Maar de prijs is ok, dus we doen niet al te moeilijk.

Douchen uit de waterput
Als we vier uur later in Udomxai aankomen, blijkt dit ook niet het meest gezellige oord. In verband met de openingstijden van de grensovergang, hebben twee Israeli besloten om vandaag nog door te reizen naar Boten, de grensplaats aan de Laos-zijde. Even moeten we slikken, nog meer reizen, maar dan besluiten we om met hun mee te gaan. Dan ontspringt zich een dubbel drama. De twee Israeli zijn een homostel, maar een ervan reist al wat langer en heeft inmiddels ook een Israelisch meisje als vriendin. Maar hij gaat met de vriend door naar China. Moeilijk, moeilijk.

Het tweede probleem is dat de bus niet vol is. En in Laos gaat de bus pas als er genoeg mensen zijn. We wachten een paar uur op de busstop van Udomxai. Tijdens het wachten proberen we tevergeefs te liften. Uiteidelijk besluiten we met z'n vieren de hele bus te charteren, we betalen de buschauffeur heel veel geld. Voor de hele bus 180.000 kip (45.000 kip per persoon) ofwel 20 $ voor vier uur bussen. Plotseling komen er overal mensen vandaan die ook met onze bus meegaan! Waar waren deze mensen de afgelopen uren? Sommige gezichten hadden we al eerder op het busstation gezien. Door al dat gedoe is het alweer half vier voordat we vertrekken. Maar het is wel een echte bus en de weg gaat door prachtige berglandschappen en door mooie dorpjes.

Het is toch wel weer een lange rit. We komen in het donker aan in Boten. Behalve enkele huizen met een tractor annex generator is hier helemaal geen licht. Boten bestaat uit slechts 1 pad, met wat houten huizen. Geen guesthouse-bord te ontdekken. Overal vragen dan maar. Iedereen wijst ons door, het is geen guesthouse of ze zitten vol met chinese truckers. Uiteindelijk lukt het ons om 2 bamboe hokjes te bemachtigen. Er is geen douche, maar wel een plaatsje achter het huis met een bak regenwater en een waterput. Daar kunnen we ons afspoelen. Om 21 uur gaat de generator uit, dus van ellende maar meteen naar bed. 's Ochtends om 5 uur worden we al weer waker. De varkens gillen terwijl ze worden gevoerd (hun hok grenst aan ons bamboehok!) en het houtvuur naast ons hok wordt opgestookt om thee te zetten, waardoor een dikke rooklucht naar binnen walmt. Wederom van ellende maar weer om half 7 opgestaan, om de laatste meters naar de Chinese grens te lopen.

top

home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend