home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend prikbord

home

Pakistan 4/4

vorige

   
 

(19/11/99)

Oogbollen en rode baarden

We zijn verwend in het noorden, constanteren we als we naar het zuiden afzakken. Vanaf Besham begin ik de hete adem van de moslimmannen in mijn nek te voelen. Als we naar de busstop lopen, zie ik ze gluren. Mijn aandacht wordt getrokken door een man met een knaloranje-rode baard -hij heeft geen rood haar- waardoor ik bijna de oogbol mis die midden op straat ligt. Ik kan nog net voorkomen dat k het glazige lichaam plattrap.

Ja, het gaat dan toch gebeuren, Mirjam gaat voortaan als volleerd moslimvrouwtje over straat. Bij gebrek aan een echte sluier, drapeer ik een sarong om mijn hoofd. De mannen kijken nog steeds, maar blijven niet meer stilstaan om te kijken.

Zwetende polopaarden
Eigenlijk markeert Gilgit het einde van het onbedorven en relatief liberale noorden. Hoewel het een kleine stad is, slorpt de drukte ons meteen op. Er zijn bijna geen vrouwen op straat. Alleen mannen die me brutaal aanstaren. We gaan eten bij een echt Pathan restaurant: op ooghoogte zit een rij mannen. Met wijdse gebaren maken zij op grote vuren kip-marsala klaar. Ik twijfel even als we naar binnen gaan: alleen maar mannen, bomvol mannen en iedereen kijkt me en masse aan. We krijgen een tafeltje in de hoek en ik ga met mijn rug naar het publiek zitten. We eten kebabjes, rijst met pruimen, chapati's en salade voor een luttele twee gulden. Heerlijk. Elke keer dat we hier terugkomen wordt de grijns van de ober bij de deur groter en wordt de rekening alsmaar lager.

Polo is erg populair in Pakistan en in november zijn de grote wedstrijden. Vandaar dat er nu dagelijks oefenwedstrijden zijn op het oude poloveld. Dit is niet meer dan een groot blubberveld ergens achter wat huizen. De paarden denderen al rond als we aankomen. Hilariteit alom, aangezien er ook een loslopende koe door het wedstrijdveld galopeert. Ook hier alleen mannen, zowel op de paarden, in het muziekbandje als het publiek. En weer al die hoofden die omdraaien als je je entree maakt. Je vraagt je af of ze ogen in hun achterhoofd hebben. Sticks breken af en de paarden zweten in de hitte. Ergens aan het einde van het veld, daar waar het goal zich bevindt, rijdt ook een gemotoriseerde rikshaw. Blijkbaar is het poloveld ook een route voor doorgaand verkeer.

Proppen in een busje
Het openbare leven in Pakistan is helemaal niet ingesteld op vrouwen. Als we 10 uur in de bus zitten naar Besham, komen we dan ook nergens toiletten tegen. De mannen knielen in een vreemde hurk-houding om te plassen, met hun kamizes zo gedrapeerd dat je niets kunt zien. Maar waar moet een vrouw?! Onderweg gaat de bus kapot en iedereen gaat buiten zitten. Ik verstop me met een boek in de bus. Als ik een tijdje later opkijk, zit er een hele rij mannetjes naar me te staren. Een paar uur later krijgen we te horen dat de bus niet meer verder gaat. Het is inmiddels donker. Een aantal mannetjes chartert een minibusje, wij mogen mee maar moeten dan nogmaals het volle bedrag betalen tot aan het eindpunt. Eigenlijk willen we er eerder uit. We zien wel.

Ongeveer 20 mannen en een vrouw worden in het busje gepropt (in Nederland mogen er maximaal negen in). Ik mag natuurlijk niet langs andere mannen zitten en ik zit dus helemaal links achterin naast het raam, met een bil op de wielkap. Het is inmiddels diep in de nacht en het busje krijgt nog een lekke band. De dorpjes die we passeren, zien er niet heel uitnodigend uit. We twijfelen nog steeds of we halverwege zullen uitstappen of meerijden naar Rawalpindi. We zijn zo uitgeput dat we in Besham toch uitstappen. Het is inmiddels 2 uur 's nachts en we nemen het eerste beste hotel. Heel ranzig. De eigenaar komt binnen met een geurspuitbus en gaat daar flink mee rond. De schimmelende kalk van de muren brokkelt in mijn bed en als ik op de toilet hurk, zit er een grote kakkerlak onder me. Toch zijn we blij dat we kunnen liggen. Om 5 uur beginnen de luidsprekers van de moskee op volle sterkte te schallen.

Gratis chai
Van elende staan we daaom om zes uur maar weer op en lopen naar de kruising richting Swat-vallei. Daar probeert onze buschauffeur Johan te overtuigen dat de Islam echt de beste godsdienst voor hem is. Hij legt ook uit waar de oranje baarden vandaan komen: het is schoonmaakmiddel. Van het middel slaan de baarden oranje uit (en soms doen ze er ook wel wat extra kleurstof in, ook moslimmannen zijn ijdel). Johan vraagt de chauffeur of het een probleem is dat ik geen hoofddoekje draag. Nee hoor, geen probleem, maar ik wordt wel voorin naast zijn vrouw gezet in plaats van achterin de bus. Dat wordt overigens niet met mij overlegd, maar met Johan. Als ik wat vraag, geven ze Johan antwoord. Als er iets aan de hand is, zeggen zedat niet tegen mij. Ze vragen mij waar mijn 'man' is en vertellen het tegen Johan. Het heeft even geduurt, maar ik loop nu met neergeslagen ogen over straat -stel je voor dat ik iets uitlok- stel gen vragen meer en laat Johan alles regelen. Toch is iedereen erg behulpzaam, als we onderweg op een ander busje moeten wachten richting Madyan, mogen we in de schaduw van een groentestalletje wachten. Ook krijgen we Chai (thee met veel suiker en vaak ook melk) aangeboden. Er lopen altijd theejongens rond die ze dan roepen. Wij mogen nooit betalen, het hoort bij de gastvrijheid van Pakistan, zeggen ze.

Spinazie met wiet
In Madyan komen we terecht bij onze vage hippieman Muambar Khan. Zijn guesthouse stamt uit de jaren '60 en is nog geheel in de stijl van die tijd aangekleed; veel spiegels, kettingen en overal gebatikte en geborduurde kleden tegen muur en plafond. In Madyan zijn weinig restaurants, gelukkig kunnen we meedoen met de gezamelijke maaltijd. Muambar Khan heeft verder geen gasten, maar zijn zoon Riaz wel. Daar eten we met z'n allen. Met name veel groentes, zoals bloemkool, occra en spinazie. Heel smaakvol en volgens Riaz gaan de zaden van de wietplant in de spinazie. Vandaar de rijke smaak! Naarmate we meer naar het westen van Pakistan reizen, komen we steeds meer oudere mannen tegen die de hele dag stoned rond hangen. Hier in Swat zijn zelfs de kleine dorpjes druk, allemaal winkeltjes met uithangborden. Stoffenzaken, kleermakers, meelverkopers, theehuizen en natuurlijk de slagerijen. De vetlappen hangen als een soort uithangbord van de gevel af. Als je geluk hebt staan er ook nog 2 afgehakte hoefjes klaar. Hier wordt ik dusdanig aangestaard dat ik onder luide aanmoediging van Johan (hij vindt het wel grappig om mij zo te zien) een sarong om mijn hoofd hang. Heel onhandig zo'n ding. De straatjes zijn verstopt met de enorme vrachtwagens. De cabines van de trucks zijn omgebouwd tot druk beschilderde houten kastelen. Sommigen zijn zelfs verrijkt met gigantische houtsnijwerken en versierd met kettinkjes, spiegeltjes, en flikkerende lampjes. Zelfs de pickups en tuktuks zijn rijkelijk versierd. De pickups hebben bovendien ook nog 20 man op het dak en langs de zijkant hangen. Kortom, een drukte van belang.

Smokkeldorpen
De tegenstelling worden nog groter als we in Peshawar aankomen. Dit is de grensstad met Afghanistan. De stad wordt overspoeld met Afghanen die duidelijk herkenbaar zijn aan hun hele donkere gezicht, zware baarden en vaak zijn ze ook getooid met een tulband. Een groot deel van de Afghanen woont in de vuchtelingenkampen net buiten de stad. Maar een deel heeft de handel ontdekt. Veel theehuizen en restaurants zijn van Afghanen en ook kun je overal Afghaanse souveniers kopen; van postkaarten tot tapijten. Een ander gevolg van de aanwezigheid van Afghanen en de voortdurende oorlog in Afghanistan, zijn de smokkeldorpen die je hier overal hebt. Je kunt daar alleen heen onder gewapende escorte, want heroine, hash en geweren worden daar open en bloot in grote hoeveelheden gemaakt en verhandeld.

In een nacht gaan we dwars door Pakistan van Peshawar naar Lahore. Veel checkpoints met gewapende militairen en een vies mannetje dat van achteren met zijn hand onder mijn oksels probeert te kruipen. In Lahore genieten we van een prachtige zonsopgang boven de eeuwen oude Badshahi Masjid Moskee en de sporters in het park. Veel aanspraak hier. Een jongetje komt Johan's hand schudden, maar spreekt niet meer engels dan 'hello'. Even later laat hij de betreffende hand aan zijn vriendjes ruiken! Nog dezelfde dag steken we bij Wagha de grens over naar India.

top

home  mail  inspirerend  kenmerkend  beeldbepalend  grensverleggend